adwords KERKLIEDEREN WELKE GEBRUIKT WORDEN VOOR DE LITURGIE

adwords Geschreven door A. Bonen, H. Bertelds en K. Tolboom, webpagina's gemaakt door H. Hooghiemstra  

adwords Onderdeel van www.jongerenwebsite.nl

84. Ik ben een kind van Maria

Refrein:
Ik ben een kind van Maria, mijn moeder is zij
En elke dag zegent zij mij, zegent zij mij
Ik ben een kind van Maria, ´k herhaal het blij gezind
Ik ben Maria´s kind, ja, ik ben Maria´s kind

Maria heeft mij aangenomen
Maria de hemelvorstin
Ja, ik zal in de hemel wel komen
Indien ik die moeder bemin

Refrein

Waar beter zal ik hulp kunnen vragen
Als ik hier gevaren ontmoet
Ja, uitkomst zal altijd mij dagen
Die moeder is immers zo goed

Refrein

Nooit, nooit heb hij iemand verstoten
Die hoopvol tot u was gevlucht
Dat blijft mijn vertrouwen vergroten
Zolang ik hier angstvol verzucht.

Refrein

85. Ik ga mijn vriendje zoeken

 

Ik ga mijn vriendje zoeken,

ik ben mijn vriendje kwijt.

Ik zoek in alle hoeken,

ik ben mijn vriendje kwijt.

Ben jij het, ben jij het?

Ja, zij is het wel.

Nu gaan wij samen dansen,

dat kan mijn vriendje wel.

Nu gaan wij samen dansen,

dat kan mijn vriendje wel.

 

86. Ik wil mij gaan vertroosten

 

Ik wil mij gaan vertroosten

In Jezus’ lijden groot.

Al hevet gestaan ten boosten,

Het mocht nog worden goed.

Al om mijn zondig leven

Ben ik met druk bevaan;

Dat wil ik gaan begeven:

O Jesu, ziet mij aan!

 

Mijn zuchten en mijn kermen

Ziet aan, genadig God;

Eilaas! Wilt mijns ontfermen:

Al heb ik uw gebod

Versmaad tot meen’ger uren,

Ik wil mij beet’ren gaan;

Dit doet mijn harte treuren:

O Jesu, ziet mij aan!

 

Al ben ik vol van zonden,

Wilt mijns gedachtig zijn.

Uw deugd is zonder gronden

De schulden zijn al mijn.

Ik ken’t al is ’t zeer spade!

En wilt mij niet versmaân.

Aan U roep ik genade:

O Jesu, ziet mij aan!

87. In het aardse paradijs

Refrein:   

In het aardse paradijs dansten alle dieren

En ze zongen deze wijs om de dag te vieren.

 

Dank je lieve Heer, voor alle leuke dagen

Dank je voor de vleugels die de vogels mogen dragen.

Dank je voor de zon en dank je voor de regen,

Dank je voor de kleintjes die de zebra heeft gekregen.

 

Refrein:

 

Dank je lieve Heer, voor alle leuke dagen,

Dank je voor mijn hartje met wel honderdduizend slagen.

Dank je voor de zon en dank je voor de regen,

Dank je voor de merel die je liedjes hebt gegeven.

 

Refrein:

 

Dank je lieve Heer, voor alle leuke dagen,

Dank je voor de pootjes die de mieren mogen  dragen

Dank je voor de zon en dank je voor de regen,

Dank je voor de eitjes die het vinkje heeft gekregen.

 

Refrein:

 

Dank je lieve heer voor alle leuke dagen,

Dank je voor de bontjas die de beren mogen dragen.

Dank je voor de zon en dank je voor de regen,

Dank je voor de bloemen die de aarde heeft gekregen.

88. In ’t spoor van Sint Franciscus

Refrein:     Samen aan de wandel over ’s Heren wegen
In ’t spoor van Sint Franciscus, te voet van Oss naar Megen
Samen onderweg door het schone Brabants land
In Gods vrije natuur: dat schept een hechte band

Franciscus en later Clara, van steenrijke komaf
Gingen weg van huis en haard, kozen voor de bedelstaf
In armoe en onthechting zoekend naar de Heer
Zij werden gezien als "dwazen", maar vonden dat een eer

Refrein:
 
"De minsten der mijnen zijn", dat is hun ideaal
Ook voor allen die hen volgen staat dit devies centraal
In ’t Assisië van Nederland, waar Claris en Franciscaan
Elk in hun eigen klooster nog steeds voor die boodschap gaan

Refrein:

Dit jaar wordt Clara’s sterfdag met groot respect herdacht
Zevenhonderdvijftig jaar geleden heeft zij haar taak volbracht
Maar de erfenis die zij naliet, dat wensen wij intens
Moge haar stempel blijven drukken op de ziel van elke mens

Refrein:

89. In vuur en vlam

 

En altijd weer zijn er mensen die zeggen: het heeft zin.

Ze houden vol en bijna tegen beter weten in.

Ook zij zien de ellende: ’t is lang niet altijd feest,

maar zij worden gedreven door Gods Geest,

maar zij worden gedreven door Gods Geest.

 

Ze moeten niet, ze doen het al zien ze het gaat mis.

Al horen ze hoe uitzichtloos het leven toch wel is.

Ze hopen ondanks alles, wat er ook is geweest,

maar zij worden gedreven door Gods Geest,

maar zij worden gedreven door Gods Geest.

 

O Geest van God beziel ons,zet ons in vuur en vlam.

Ontmoedigd als we soms wel zijn, om wat ons overkwam.

Vervul ons weer met geestdrift, verwarm ons met uw vuur.

Uw koninkrijk zal komen op den duur,

Uw koninkrijk zal komen op den duur.

90. Jeruzalaïm

 

Er is een stad voor vriend en vreemde

Diep in het bloemendal.

Er is een mens die roept om vrede

Die mens roept overal.

 

Refrein:    

Jeruzalaïm, stad van God

Wees voor de mensen een veilig huis.

Jeruzalaïm stad van vrede,

Breng ons weer thuis.

 

Er is een huis om in te wonen

Voorbij het dodendal.

Er is een vader met zijn zonen

Zij roepen overal.

 

Refrein:       

Jeruzalaïm, stad van God

Wees voor de mensen een veilig huis.

Jeruzalaïm stad van vrede,

Breng ons weer thuis.

91. Jeruzalaïm II

 

Er is een tafel om te eten,

voorbij het niemandsland.

Er is een volk dat wordt vergeten

dat volk roept overal.

 

Refrein:       

Jeruzalaïm, stad van God

Wees voor de mensen een veilig huis.

Jeruzalaïm stad van vrede,

breng ons weer thuis.

 

Er is een wereld zonder grenzen,

zo groot als het heelal.

Er is een hemel voor de mensen

dat hoor je overal.

 

Refrein:

 

92. Jezus Gij Heer van alle mensen

 

Jezus Gij Heer van alle mensen

U houdt van ieder evenveel

wie ze ook zijn, of waar ze ook wonen

al zijn ze zwart of blank of geel.

 

Jezus zegt: help altijd je naaste,

dan houd ik van je heel erg veel.

Wie je ook bent of waar mag wonen

al ben je zwart of blank of geel.

 

Wees daarom goed voor alle mensen,

help elkaar maar heel erg veel

wie ze ook zijn of waar ze wonen,

al zijn ze zwart of blank of geel.

93. Johannes weet het ook niet meer

 

Johannes weet het ook niet meer

en hij laat vragen aan de Heer

of Jezus de Messias is,

of heeft hij zich vergist?

 

Maar Jezus antwoordt op zijn vraag:

Kijk naar de tekenen van vandaag,

de kreupelen lopen door de straat,

de man die stom was, praat!

 

De blinden, tastend langs de wand,

zij zien de zon, het groene land,

en de melaatsen, ver van huis,

komen genezen thuis.

 

De hongerigen gaf Ik brood

en armen uitzicht in hun nood,

de doden slapen niet voorgoed,

zij hebben God ontmoet.

 

Johannes, rietpluim in de wind,

het nieuwe Koninkrijk begint!

Er is een klein begin, meer niet:

geloof in wat je ziet!

94. Jouw leven staat aan ’t begin (dooplied)

Jouw leven staat aan het begin,

het heeft nog geen herinnering,

het is zo weerloos en zo klein,

je weet nog niet hoe het zal zijn.

 

Refrein:       

O Heer, bevestig ons bestaan, noem ons bij onze naam.

 

Jij weet nog niet wat leven is,

wat liefde is en gemis.

Jij weet nog niet van nee en ja,

van ondergang en gloria.

 

Refrein:

 

Je huilt nog van verwondering,

maar jij hoort hier, in onze kring.

Het water wacht, de diepe zee

geeft jou een taal, een teken mee.

 

Refrein:

 

Dat teken is een heilgeheim:

God wil met jou verbonden zijn.

Hij is nabij waar jij ook bent,

omdat Hij je bij name kent.

 

Refrein:

 

Zo komt jouw leven aan het licht,

zo krijgt het zin, zo krijgt het zicht.

Gods adem heeft je aangeraakt

en jou tot bondgenoot gemaakt.

 

Refrein: